15-12-2025 10 minuten leestijd
Koos van Haaster: ,,Ik geef niet om geld en eet net zo lief boerenkool uit mijn eigen tuin als biefstuk.'’ © Foto Hielco Kuipers
Tekst door: Gertjan van Geen
13 december 2025
Koos van Haaster begon 45 jaar geleden als kweker met een klein stukje grond langs de A44 bij Wassenaar. Inmiddels is Tuincentrum de Bosrand met zes filialen een bekende naam in het land. Het is een familiebedrijf waar zijn vrouw Marja en zijn zes kinderen deel van uitmaken. Ook een paar kleinkinderen helpen al mee. Eigenaar is hij niet meer, hij heeft het bedrijf overgedaan aan zijn kinderen, maar hij is nog altijd de spin in het web. Aan stoppen denkt Van Haaster nog lang niet en zijn rouwrandnagels bewijzen dat hij nog graag met zijn handen in de aarde zit.
Jeugd
,,Ik ben opgegroeid op een flatje drie hoog in Leidschendam. Mijn vader overleed al op zijn 44e, toen ik 10 was. Mijn zus was 11 en mijn broertje 3. Het was niet makkelijk en we hadden niet veel. Ik had een heel lieve en goede moeder, maar er was ruimte voor twee dingen: leren of werken. Voor sport of andere dingen was geen geld. Ik zat bij de zoons van de familie De Groot op school. Door hen heb ik de liefde voor het vak ontwikkeld. Ze hadden kwekerijen in Voorschoten en Leidschendam ik ging daar na schooltijd helpen. Later openden ze een tuincentrum en ging ik daar aan de slag.
Meneer De Groot is een beetje mijn tweede vader geworden. Hij had een groot hart. Ik kon het met zijn zoons ook goed vinden. Met de oudste, Chris, heb ik 25 jaar samengewerkt en een andere zoon, Jan, was mijn klasgenoot en beste vriend. Hij is helaas tweeënhalf jaar geleden als piloot van een klein vliegtuigje verongelukt. In Kroatië is hij in slecht weer tegen een berg gevlogen.’’
Tuinbouwschool
,,Na de havo ben ik naar de Hogere Tuinbouwschool gegaan en op m’n 21e ben ik hier op een stukje bollengrond terecht gekomen. Er was nog vrij weinig. Ik kweekte met mijn compagnon perkplanten, violen, sierkooltjes, geraniums, primula en dergelijke. Onze eerste klanten waren marktkooplui en bloemenwinkeltjes.
Hiernaast zaten nog vier bedrijfjes, allemaal kwekers. De een zat in de groente, de ander in de bollen, maar ze hadden allemaal geen opvolgers. Langzamerhand hebben wij ze overgenomen, zodat we aan schaalvergroting konden doen. Het was af en toe een gedoe met vergunningen, omdat we als kweker ook plantjes gingen verkopen. Dat is detailhandel dus de bestemmingsplannen moesten veranderd worden. Vooral omwonenden hadden bezwaren, maar het is allemaal goed gekomen.’’
"Mensen willen een beleving, dus je komt niet meer weg met alleen maar je tuincentrum. We hebben restaurants, iets leuks voor de kinderen zoals een schaatsbaantje of een springkussen en een complete licht- en geluidshow bij de kerstdorpen. Zo wordt het een dagje uit"
Sinds corona is dat natuurlijk helemaal veranderd. Alles gaat nu via de computer. Ik heb tien schermen staan, zo kopen we in op afstand. Het zijn digitale veilingen, maar nog altijd met de klok allemaal. Eigenlijk ziet het er hetzelfde uit. Ik doe de inkoop samen met mijn oudste zoon Jim. Ik koop meestal in en hij verdeelt het over onze zes tuincentra en 2 groothandels in Wassenaar, Noordwijk, Oegstgeest, Alphen aan den Rijn, Woerden en Rijsbergen.’’
Marja, de stille kracht
,,Zonder mijn vrouw Marja was het nooit van de grond gekomen. Zij is de stille kracht. Ik heb haar leren kennen toen ze 18 was, in het plantencentrum waar wij beiden werkten. Twee jaar later zijn we getrouwd en toen zij 30 was, hadden we zes kinderen. De vierde was een jongetje. Dat vond ze sneu, tussen al die meiden, dus wilden we ook een vijfde, maar dat was weer een meisje en daarom gingen we voor een zesde: een jongen. Toen was het gezin compleet.
Paspoort
Naam: Koos van Haaster
Leeftijd: 67 jaar (is deze zaterdag jarig)
Woonplaats: Wassenaar
Opleiding: Hogere Tuinbouwschool
Werk: (voormalig) eigenaar Tuincentrum De Bosrand, maar nog altijd de spin in het web
Burgerlijke stand: getrouwd met Marja. Kinderen Kim (41), Laura (40), Melissa (38), Jim (35), Charlotte (33), John (32). Elf kleindochters en vier kleinzonen.
De vader van Marja was kweker in Voorschoten dus ze wist waar ze aan begon. Het is hard werken en zij moest ook nog voor het gezin zorgen. Ik werkte vaak na het eten nog een paar uur. Van een avond samen kwam niet veel. Het is een manier van leven. Gelukkig kregen we ook veel hulp. Mijn moeder ging wonen in ons oude huis in de straat, zodat ze vaak kon oppassen.
Marja was de creatieveling, zij begon met workshops in Wassenaar en met de inkoop van sfeer- en interieurartikelen voor de winkels. Zo werden de tuincentra steeds completer.’’
Personeel
,,De werkmentaliteit verandert. De mensen willen minder werken en het liefst niet in het weekend en er zijn steeds minder mensen die met hun handen in het groen willen werken en er kennis van hebben. Terwijl er toch eigenlijk niks mooiers is.
Ons bedrijf is arbeidsintensief. Het groen heeft altijd verzorging nodig, de winkels worden een paar keer per jaar helemaal veranderd tijdens de verschillende seizoenen en we willen een goede service aan onze klanten bieden. We hebben een groot team inmiddels van zo’n 600 mensen. De oudste, Theo, werkt al 45 jaar voor me sinds de start van het bedrijf.’’
Hoge kosten
,,Er is in al die jaren natuurlijk een hoop veranderd. Kleine tuincentra zijn er bijna niet meer, die overleven niet. Kosten voor energie, personeel, IT en transport zijn hoog en de regelgeving waaraan je moet voldoen wordt ook steeds meer en complexer.
Alles is groot geworden, je assortiment moet compleet zijn en je moet een beleving bieden. We zijn zeven dagen per week open en we hebben inmiddels onze eigen inkooporganisatie opgezet en ons eigen distributiecentrum. Vroeger ging je voor alles naar Aalsmeer, nu komt het uit de hele wereld. We gaan voor hardwaren naar China, India, Vietnam bijvoorbeeld. En planten komen voornamelijk uit Nederland maar ook uit Portugal, Italië en Spanje.
Gezond
,,We hebben een gezond bedrijf. Alle grond en wat erop staat, is eigendom van ons, behalve een deel van het perceel in Wassenaar. Dat pachten we. Toen ik hier ooit begon, heb ik geld moeten lenen. Tussentijds steeg de rente naar 14 procent, dus dat heb ik afgeleerd. Ik heb nog één keer geld geleend toen ik in 2005 mijn compagnon moesten uitkopen, voor de rest is alles zelf gefinancierd. We zijn een familiebedrijf en kijken daarom naar de lange termijn en willen geen onnodig hoge risico’s nemen.
Ik geef niet om geld en eet net zo lief boerenkool uit mijn eigen tuin als biefstuk. Verder hoef ik niet zo nodig op vakantie. Toevallig gaan we binnenkort naar vrienden in Zuid-Afrika, omdat mijn vrouw dat graag wil en vindt dat we wat meer van de wereld moeten zien.
Soms moet ik me even knijpen als ik zie wat ik met Marja allemaal heb opgebouwd. Dit had ik nooit kunnen bedenken toen ik als tienjarige op mijn knieën aan het werk was bij de familie De Groot. Ik ben een tevreden man.’’